Nog altijd geen witte rook bij Liberty Media als het over de nieuwe Formule 1-reglementen voor 2021 gaat. Teambazen luiden inmiddels de noodklok, constructeurs dreigen met een vertrek. Er is geen enkele nieuwe fabrikant die in deze fase instapt in de Formule 1. Diezelfde fabrikanten lopen ondertussen weg met de Formule E. Een teken aan de wand?

Met veel bombarie nam Liberty Media medio 2016 het stokje over van Bernie Ecclestone. Een van de speerpunten van het Amerikaanse concern als nieuwe eigenaar van de Formule 1: nieuwe regels vanaf 2021 om de sport aantrekkelijker te maken. Ruim twee jaar na dato zijn er voldoende plannen, maar is er nog steeds geen concreet reglement voor 2021. Geen uitsluitsel over een budget cap of een andere motorformule, alleen wat voorbeelden van concept cars. Tot onvrede van de teams, die tijd nodig hebben om zich op de reglementen voor te bereiden.

Ook Haas-teambaas Steiner liet deze week weten dat stoppen in de Formule 1 een optie is.

Dreigementen
De staat van de Formule 1 aan de vooravond van het seizoen 2019 is niet om over naar huis te schrijven. Ferrari en Red Bull dreigen om de haverklap met een vertrek, deze week deed nieuwkomer Haas hetzelfde. Force India ging vorig jaar feitelijk failliet, terwijl het andere privéteams financieel niet veel beter vergaat. Bovendien is het gat tussen de top en het middenveld op de baan al te groot (“onacceptabel”, stelde Ross Brawn al eerder) en ernaast al helemaal door de zo onevenredige verdeling van prijzengelden, met de toch al rijke topteams die veruit het meeste opstrijken.

Welke fabrikant zou op dit moment in deze Formule 1 stappen? Het ontbreekt de koningsklasse van de autosport aan een toekomstvisie en de budgetten rijzen de pan uit. Ironisch genoeg heeft Liberty Media zelf aangegeven dat het aantal nieuwe teams in 2021 hun graadmeter voor succes is, maar vooralsnog klopt er niemand op de deur. De Formule 1 heeft een moeizaam recent verleden als het om nieuwe teams gaat. Het vergaat Haas (dat de sport in 2016 betrad) weliswaar goed, maar de drie nieuwkomers van daarvoor zijn allemaal ter ziele gegaan. HRT, Virgin en Lotus Racing, in 2010 nieuw in de Formule 1, zijn in een tijdsbestek van slechts zes jaar weer van het toneel verdwenen.

Lees ook: ‘Liberty Media moet opschieten met voorstel 2021-regels’

BMW maakte dit seizoen zijn entree in de Formule E.

Succesformule
Het contrast met de Formule E is groot. Daar staan de nieuwe fabrikanten bijna in de wachtrij om zich aan te sluiten. Grote merken als Mercedes, BMW en Porsche investeren allemaal in de elektrische raceklasse, terwijl Nissan/Renault, Audi, Citroën en Jaguar al jaren meedoen. Daar staat tegenover dat fabrikanten geen kampioenschap maken – de coureurs zijn de sterren. De Formule E wordt in dat opzicht gekscherend weleens het kerkhof voor ex-Formule 1-coureurs genoemd en daar zit wat in, met mannen als Vandoorne, Piquet en Wehrlein. Zij zijn niet vergelijkbaar met de Hamiltons, Vettels en Verstappens van deze wereld.

Dan dat andere speerpunt van Liberty Media: de Formule 1-kalender. Liberty maakt er geen geheim van nieuwe markten te willen aanboren, vooral de Verenigde Staten. Een race in Miami werd aangekondigd voor 2019, maar vervolgens uitgesteld. Vietnam is in 2020 wel nieuw op de Formule 1-kalender. De verdienste van Liberty Media? Niet helemaal, want de Formule 1 had in het tijdperk-Ecclestone al gesprekken met het Aziatische land. Bernie himself sprak toen een veto uit tegen de race. Overigens lukte het de Formule E al wél om in Miami te racen: de klasse streek daar al neer in 2015. Met races in wereldsteden als Berlijn, Parijs, Rome, New York en Hong Kong heeft de klasse een mooi uithangbord.

Stoffel Vandoorne: de laatste coureur die van Formule 1 overstapte naar de Formule E.

Pronkende automerken
De kans is groot dat de Formule 1 na 2021 verdergaat met de huidige V6-motoren. Dat is immers de wens van Honda, Mercedes, Ferrari en Renault. Tegelijkertijd zal er geen nieuwe motorleverancier instappen bij dat motorreglement. Zij zien meer heil in de Formule E, waar de relevantie voor productieauto’s een stuk groter is. “Formule E brengt racetechnologie naar de weg”, luidt het devies. De elektromotoren krijgen overigens ook kritiek: de gemiddelde racefan staat niet bepaald op de banken als de stille Formule E-bolides met louter wat bandengeraas en het hoge gesnerp van de elektrische aandrijflijn voorbij razen. De kans is echter groot dat bij die accu’s de toekomst ligt. Moeten we niet gewoon aan dat idee wennen?

Lees ook: Motorleveranciers willen zo min mogelijk veranderingen voor 2021, kans op nieuwe fabrikanten nihil

De Formule E is lang niet zo groot als de Formule 1. De twee klassen kunnen prima naast elkaar bestaan en voorzien in een heel andere behoefte. Maar de Formule 1 heeft daadkracht nodig, voordat Ferrari of Red Bull straks echt de daad bij het woord voegt en de koningsklasse verlaat. Het is geen reclame voor de sport dat teams almaar dreigen met een vertrek. Nieuwe fabrikanten vinden in de Formule E bovendien een steeds aantrekkelijker alternatief. Als die trend doorzet, kan oude rot Ecclestone nog weleens gelijk krijgen. “Liberty heeft geen ervaring met de Formule 1 en dat doet de sport meer kwaad dan goed.”

Er is werk aan de winkel voor Chase Carey en consorten.