Er stond wat op het spel dit Formule 1-seizoen. Ik schrijf “stond”, want het is wel zo goed als beslist. De hegemonie. Wie blijkt de grootste coureur van deze generatie?
Zowel Sebastian Vettel als Lewis Hamilton kan in 2018 zijn vijfde wereldtitel veroveren. Vijf! Vroeger ging je met drie titels meteen de eregalerij in, maar in deze eeuw is dat anders. Teams domineren veel langer achtereen. Zit je goed haal je zomaar een titeltje of vier achter elkaar. Vettel haalde er vier met Red Bull, heel knap, maar zou hij zijn vijfde halen met Ferrari dan mag je hem echt tot de allergrootsten rekenen. Hij zou slagen waar Alonso faalde.
Maar we zijn er nu al twee seizoenen lang getuige van hoe moeilijk het is: kampioen worden met Ferrari. De druk is enorm. Het lukte ook Schumacher destijds niet zomaar. Denk maar aan Jerez 1997, denk aan zijn crashes in 2000. De laatste twee jaar zien we dan ook vooral Vettel die zelf roet in het eten gooit, ongeduldig is, fouten maakt, het grote overzicht verliest. Dit zeg ik niet om hem af te branden. Dit is het topje van het topje van de Formule 1, en daar zijn de marges minimaal en genadeloos.
Hamilton daarentegen lijkt juist onder druk alleen maar sterker te worden. Op Spa werd hij door Vettel op pure power voorbij gestoomd. En zie hoe hij terugslaat. Eerst haalt hij op Monza uit een tamelijk lastige positie, namelijk achter twee snellere Ferrari’s, het maximale resultaat door op het juiste moment aan te vallen. En daarna Singapore. Het circuit dat Mercedes niet zou liggen.
Tijdens die geweldige kwalificatie maakten de coureurs het verschil. Eindelijk!
Zie hoe Hamilton daar opnieuw alles eruit haalt wat erin zit. Die kwalificatie… Wat een geweldige kwalificatie was dat! Omdat alles zo dicht bij elkaar zat, waren het dit keer echt de coureurs die het verschil maakten. Eindelijk! En waar Max Verstappen en Hamilton werkelijk boven zichzelf uit leken te stijgen, moest Vettel passen. En heus, ook Vettel weet er in Q3 vaak een superronde uit te persen, maar dit keer werd hij fair en square verslagen. Dat zijn de momenten die tellen.
Tel daar die snaarstrakke race van nummer 44 bij op (“vandaag kwam hij er niet langs!” zei Hamilton achteraf over het moment met Verstappen). Bekijk ook dat filmpje dat hij, nog nat van het zweet, opnam. Zie die lach bijna doorbreken. Dat is echt de nog steeds verbaasde, gelukkige sportman, die weet dat hij iets heel bijzonders heeft geflikt.
Vettel maakt misschien dure fouten, maar je ziet Hamilton op weg naar die illustere vijfde wereldtitel, op de momenten dat het echt moet, uitblinken. Híj brengt iets extra’s, waarmee je polepositions pakt en races wint. De poorten naar de grote eregalerij staan wagenwijd voor hem open. Nog zes raceweekends te gaan. Het is nog niet gedaan. Laten we hopen dat ze alle zes zo intens zijn als het weekend in Singapore.