Sutton Images
Daan de Geus
29 december 2017
Pascal Wehrlein denkt dat hij in de tweede helft van 2017 een aantal zeer sterke races heeft gereden, maar dit niet opviel door de achterstand van het Sauber-team.
De Grote Prijs van Barcelona was qua resultaat Wehrleins beste van 2017, dankzij een achtste plek, terwijl hij daarna ook in Azerbeidzjan nog een punt pakte. Dat was echter voor de zomerstop, terwijl Wehrlein naar eigen zeggen juist daarna in de tweede helft van 2017 een aantal van zijn beste races reed. “Helaas viel dat echter niet op”, verzucht hij ten overstaan van Autosport.
“Zelfs als we in de tweede seizoenshelft een goede race hadden, was dat niet te zien, want onze achterstand was gewoon te groot. In Suzuka werd ik bijvoorbeeld zelfs op een ronde gezet door de jongens direct voor ons”, haalt Wehrlein aan. Voor zijn eigen gevoel heeft de Duitser er na de zomerpauze desondanks een aantal keer het maximale uit gehaald.
Bij Sauber is in 2018 geen plek meer voor hem, net zoals hij uit de running lijkt in de strijd om het plekje bij Williams, het enige nog vacante zitje. Een terugkeer naar de DTM, waar hij in 2015 kampioen werd, lijkt nu de meest waarschijnlijke optie voor de 23-jarige Mercedes-protegé.
Dat is dan niet alleen ondanks Saubers achterstand, maar ook ondanks aanhoudende motorproblemen – van de Grote Prijzen van Oostenrijk tot en met Italië – en grote problemen met de balans van de auto in de Grands Prix van Japan en Amerika. “Niet elke race is zo goed geweest als gewenst, maar over het algemeen hebben we eruit gehaald wat erin zat”, denkt hij.
Voor Wehrleins toekomst heeft het echter niet mogen baten.