Sutton Images
Vincent Sondermeijer
8 september 2014
De aankondiging dat Max Verstappen volgend jaar op 17-jarige leeftijd zijn debuut zal maken in de Formule 1, heeft al flink wat stof op doen waaien. Nu hebben ook Mercedes-teambaas Toto Wolff en McLaren-chef Eric Boullier van zich laten horen. De twee pleiten voor een revisie van de verouderde superlicentie-criteria.
De superlicentie fungeert als het ware als Formule 1-rijbewijs. Iedere coureur die in de koningsklasse rijdt, moet hem in bezit hebben. De licentie valt te verdienen met aansprekende resultaten in lagere klassen. In uitzonderlijke gevallen kan er echter ook besloten worden een coureur toe te laten zonder dat hij aan die criteria voldoet. De enige eis is dan dat de rijder in kwestie minimaal 300 kilometer in een Formule 1-auto heeft afgelegd.
Wolff en Boullier willen de eisen voor de superlicentie op de schop gooien en zouden liever een duidelijke ladder zien, net als in het voetbal, die coureurs moeten beklimmen om bij de Formule 1 uit te komen. Het huidige superlicentie-systeem zit die wens in de weg. “Er staan bij de criteria overwinningen in kampioenschappen die al lang niet meer bestaan”, weet Wolff. “Het moet worden aangepast”, valt collega Boullier hem bij. “Ook omdat het niveau van de onderkampioenschappen behoorlijk kan variëren.”
Aan de zaak-Verstappen zitten meerdere kanten, zegt Wolff. “Max is zonder twijfel een buitengewoon talent. Wij hebben ook met hem gesproken, en hadden hem zelf eerst in de GP2 laten rijden. Ik snap heel goed dat hij met Toro Rosso wil gaan racen. Of het voor de sport ook een goede zaak is dat een 17-jarige instapt, is een ander verhaal. De Formule 1 is geen speelplaats. Je moet een ruime ervaring op zak hebben, en die heeft hij nog niet. Dus ik hoop dat alles goed gaat.”
Boullier heeft ook zo zijn bedenkingen. “Hij heeft voorlopig nog niet eens een rijbewijs. Hij is snel en getalenteerd, en ook marketingtechnisch gezien is hij goud waard. Er zitten goede kanten aan, maar er zijn ook vraagtekens.” Dat Verstappen alle lagere klassen overslaat, is volgens Boullier sowieso niet iets dat veel vaker moet gebeuren: “Hij zet alle opstapklassen buitenspel. Als iedereen voortaan de GP2 en GP3 links laat liggen, is dat ook niet goed voor het businessmodel.”