De negatieve aandacht waar de Formule 1 al zo’n anderhalf jaar mee te maken heeft, is niet per se slecht voor de interesse in de sport. Dat stelt Mercedes-teambaas Toto Wolff in interview met Motorsport.com.

Sinds de introductie van de V6-turbokrachtbronnen in 2014 én de Mercedes-dominantie die daarmee gepaard is gegaan, zijn er veel klachten te horen over een (vermeend) gebrek aan spanning en strijd vooraan het veld, maar ook over lelijke, te stille en te makkelijk te besturen auto’s.

Bernie Ecclestone – de grote baas van de Formule 1 – is echter van mening dat er geen slechte publiciteit bestaat, zolang de sport maar onder de aandacht komt. Ten overstaan van Motorsport.com stelt Wolff nu dat ‘Bernie misschien wel een punt heeft’.

“Het gaat er ogenschijnlijk om dat de sport simpelweg in het nieuws blijft”, denkt Wolff hardop. “Er is de laatste tijd zowel positief als negatief over de sport bericht, maar het heeft altijd voor meer discussie – en soms zelfs controverse – gezorgd. Dat houdt het gesprek omtrent de Formule 1 spannend.”

Wolff wijst naar de tv-cijfers als voorbeeld van hoe ook kritiek en negatieve aandacht een gunstig effect kunnen hebben: “We hebben de tv-cijfers in een aantal belangrijke markten zien stijgen”, stipt Wolff aan. “En dat terwijl er over het algemeen juist minder tv wordt gekeken.”

“Er zijn landen waarin het aantal kijkers daalt, maar daar zijn duidelijke redenen voor. In Spanje wordt bijvoorbeeld minder gekeken omdat hun nationale held (Fernando Alonso, red.) dit jaar niet om de prijzen meedoet.”

“Dat ons marktaandeel gelijk blijft of zelfs licht toeneemt terwijl tv over de gehele lijn terrein verliest aan digitale media, is hoopgevend. Het gaat dus helemaal niet zo slecht met de Formule 1 en we doen zeker niet alles verkeerd, al moet je jezelf natuurlijk wel altijd blijven vragen hoe het beter kan.”