Voor het eerst in jaren zou het zomaar eens zo kunnen zijn dat de twee wereldtitels in de Formule 1 dit seizoen niet bij één en hetzelfde team terechtkomen.
De Formule 1 bestaat al sinds 1950 en in de eerste seizoenen werd alleen gestreden om de wereldtitel voor coureurs. Pas sinds 1958 wordt er ook jaarlijks een titel uitgereikt voor het beste team. Vaak is dat het team dat ook de individuele kampioen levert, maar het komt af en toe voor dat dat niet het geval is.
Slechts negen keer een uitzondering
In de 63 seizoenen dat er twee kampioenstrofeeën werden uitgereikt, eindigden die 54 keer in dezelfde prijzenkast. Alleen in 1958, 1973, 1976, 1982, 1983, 1986, 1994, 1999 en 2008 was dat niet het geval. Zo won in dat laatste seizoen McLaren-coureur Lewis Hamilton zijn eerste rijderstitel, maar ging de constructeursbeker naar het Ferrari van Felipe Massa en Kimi Räikkönen.
Sindsdien lopen de titels echter parallel. De beste coureur van het seizoen reed sinds 2009 steevast ook bij het beste team. In 2009 was dat Jenson Button bij Brawn. Van 2010 tot en met 2013 Sebastian Vettel bij Red Bull en in de laatste zeven seizoenen stond er geen maat op Mercedes, met de individuele kampioenen Lewis Hamilton en Nico Rosberg.
De kans op een herhaling van de situatie van 2008 is dit seizoen aanwezig. Max Verstappen leidt het rijderskampioenschap met twaalf punten, maar Mercedes staat er het beste voor in het constructeurskampioenschap. Het team uit Brackley heeft 23 punten voorsprong op Red Bull.
De Formule 1-seizoenen waarin de titels werden ‘gesplitst’
Wereldkampioen coureurs | Wereldkampioen constructeurs | |
1958 | Mike Hawthorn (Ferrari) | Vanwall |
1973 | Jackie Stewart (Tyrrell) | Lotus |
1976 | James Hunt (McLaren) | Ferrari |
1982 | Keke Rosberg (Williams) | Ferrari |
1983 | Nelson Piquet (Brabham) | Ferrari |
1986 | Alain Prost (McLaren) | Williams |
1994 | Michael Schumacher (Benetton) | Williams |
1999 | Mika Häkkinen (McLaren) | Ferrari |
2008 | Lewis Hamilton (McLaren) | Ferrari |