Coronel pakte direct na de start de leiding, maar kon nooit echt weglopen bij thuisrijder en BMW-collega Javier Villa. “De banden hadden het enorm zwaar op dit circuit”, verklaart Coronel. “Villa kwam steeds dichterbij en met nog een rondje of vier te gaan begon hij te tikken en duwde mij daarmee op het vuile gedeelte. Hij zette door en ik hield mijn lijn vast. Mijn voorwiel kwam daarbij in contact met zijn achterwiel, de voorzijde van mijn auto kwam zelfs los van de baan. Villa wilde naar binnen snijden, raakte mij weer op de linkerhoek en vloog van de baan.”
De wedstrijdleiding liet Coronel niet vrijuit gaan en gaf hem een tijdstraf van tien seconden voor het veroorzaken van een vermijdbare botsing. De Nederlander, die nog als vierde over de streep was gekomen, viel hierdoor terug naar de zevende plaats. Coronel: “Op zich jammer, want er zat zeker meer in!”
Dat had hij in de eerste race laten zien. Coronel zette zijn vijfde startplek om in een podiumplaats. Achter de dominante Chevrolets van Yvan Muller en Alain Menu eindigde hij als derde. Dat was mede te danken aan het feit dat de andere Chevrolet van Rob Huff door tikjes van Tiago Monteiro en Menu was teruggevallen. Huff moest de leiding in het kampioenschap afstaan aan Muller. Met een 1-2-3 in race 2 verzekerde Chevrolet zich van de constructeurstitel.