Het is een flinke operatie waarbij een georganiseerde improvisatie er voor zorgt dat het elke keer weer goed komt. “En iedereen neemt het voor lief, het is tenslotte Monaco”, vertelt Marco Codello, hij is als coördinator verantwoordelijk voor een soepel verloop van de operatie F2. “Er is hier net genoeg ruimte om de teams een goede werkplek te geven, eigenlijk is die praktisch gezien hetzelfde als op andere banen. Alleen zitten we dus in een overdekte ruimte, een parkeergarage.” De paddock wordt dinsdagochtend opgebouwd in parkeergarage Chemin des Pecheurs, gelegen tegen de berg waar het oude Monaco ligt. Codello is al 15 jaar verantwoordelijk voor het schema, zijn masterplan is inmiddels geperfectioneerd. “Teams moeten allemaal volgens schema aankomen op een meeting point buiten de stad. Ieder heeft een eigen tijdstip, dan gaan ze één voor één naar beneden.” “Het manoeuvreren is fascinerend om te zien, het is zo nauw hier. Hoe ze die grote beesten naar binnen rijden is geweldig. Zolang iedereen zich precies aan de aangewezen plekken houdt, gaat het nog redelijk snel. De eerste is om half zes ’s ochtends aan de beurt, dan is er ook nog niet zoveel verkeer, de laatste gaat om half acht naar beneden. Als ze iets afwijken, is er minder ruimte voor de volgende truck. En veel marge is er niet.”
(Klik op de foto voor een grote weergave)
Oud-coureur Daniel de Jong, vroeger onder andere actief in de GP2, Formule Renault en de World Series, is nu werkzaam bij het F2-team MP Motorsport. Hij heeft ‘Monaco’ als coureur meegemaakt en ziet nu als kaderlid ook de logistieke kant van het geheel. “In Monaco is het heel erg beperkt qua ruimte. We hebben ook een Formule Renault team, dat paddock hebben ze op een tennisbaan neergezet, helemaal aan de andere kant van de stad. Zij moeten een deel door de stad rijden en dan komen ze bij de tunnel het circuit op.” Voor aanvang van een F2-sessie wordt de weg naar het circuit afgezet. Al het gereedschap én de auto’s moet eerst een heuvel opgeduwd worden voordat ze naar beneden rollen het circuit op. “Alles moet eerst heuvelop, dat is wel een uitdaging. En het is wel een zet hoor, die auto’s lopen best wel een beetje zwaar, dat kost gewoon meer moeite.Daarna rollen ze naar beneden, op de terugweg mogen ze hem omhoog rijden.” Monaco is natuurlijk één en al glamour, dat is het plaatje wat iedereen ziet. Maar het feit dat Daniel en zijn team in ‘slechts’ een parkeergarage worden gestald, wordt niet erg gevonden. “Ik vind het zelf wel een voordeel, als coureur vond ik dat ook. Je zit zo in de oude stad, daar ben je helemaal weg van het racen en krijg je met familie zelfs een beetje een vakantiegevoel. Op andere circuits is er altijd drukte en kun je je wat minder afzonderen. Alle rijders vinden het gaaf om hier naartoe te gaan. Het is druk, van het hotel hier naartoe is een drama maar we hebben het er voor over. Sommigen komen liever hier dan in Bahrein.” Dit zijn de te rijden routes voor de F2-auto’s, de Porsches en de Formula Renault. Van de laatste is er nog een filmpje te zien, zij rijden bij de tunnel het circuit op.
(Klik op de foto voor een grote weergave)
Jaap van Lagen is inmiddels wat je noemt een Monaco-veteraan. Hij is al jaren actief in de Porsche Supercup en kent Monaco heel goed, hij won in 2015 al een keer vanaf pole. De Porsche-rijders moeten voor hun sessie ook een stuk door de stad. De paddock is opgebouwd in een circus-tent in Fontvieille, een wijk in het zuidelijke puntje van Monaco. “We worden de tent uit geleid en dan moeten we ons buiten opstellen. Dan rijden we met politiebegeleiding de tunnel door en komen we bij Rascasse uit. De banden en andere spullen worden geladen op karretjes die met quads naar de grid worden gereden. ” “Het is prima te doen, alles staat in een cirkel opgesteld. Er is ruimte genoeg om te werken. Ik vind het zo’n mooi systeem, wat mij betreft doen we het hele jaar. Zo’n ronde tent is toch hartstikke mooi. Iedereen zit hier bij elkaar: de rijders, de teams en de sponsoren. Zo heb je veel contact met de andere teams en de andere rijders. Je zoekt elkaar makkelijker op als er iets op de baan gebeurd is. Dat praat je dan zo uit.”