Zomerrapport 2016: McLaren

De zomerstop is weer begonnen, tijd om terug te blikken op de eerste seizoenshelft. De Formule 1-webredactie velt zijn oordeel over de teams. Wie verraste, wie viel tegen? Vandaag de nummer 7 in het constructeurskampioenschap: McLaren.

Starting off with a bang, zoals de Engelsen zeggen, met een knal uit de startblokken schieten; zoiets moet Fernando Alonso zich hebben voorgenomen aan de vooravond van zijn tweede seizoen bij McLaren-Honda. Maar zo letterlijk als het spreekwoord voor hem uitpakte in Melbourne, had de Spanjaard het waarschijnlijk niet bedoeld.

Met een enorme klap tegen de muur en een spectaculaire serie koprollen door de grindbak eindigde Alonso’s Grand Prix van Australië. Wonder boven wonder bracht de tweevoudig wereldkampioen het er slechts met een klaplong en wat gebroken ribben vanaf.

Vooruitgang
Door die blessures moest Alonso in Bahrein bij de tweede race van 2016 zijn auto aan testrijder Stoffel Vandoorne afstaan. Die scoorde prompt het eerste punt van het jaar voor McLaren. Zo stond het team een stuk minder lang droog dan vorig seizoen – illustratief voor de vooruitgang die McLaren en Honda geboekt hebben.

De betrouwbaarheidsproblemen die 2015 voor Alonso en zijn teamgenoot Jenson Button tot een kwelling maakten, zijn grotendeels verdwenen. En ook qua snelheid staat de Britse formatie er een stuk beter voor. Button en Alonso zijn regelmatig in Q3 te vinden, iets dat het ervaren duo vorig jaar geen enkele keer lukte.

Het bleef bovendien niet bij het ene WK-punt van Vandoorne. Eenmaal terug in de MP4-31 reed Alonso met een vijfde, een zesde en een zevende plek 24 punten bijeen. Button scoorde ook regelmatig en staat op 17. Ter vergelijking: vorig jaar behaalden de McLaren-coureurs samen 27 punten over het hele seizoen.

Wereldkampioen
Het gaat beter dus, maar nog lang niet goed genoeg. McLaren en Honda hebben namelijk maar één doel: wereldkampioen worden. Alonso kan zich volledig in dat streven vinden. Podiumplaatsen zullen er dit jaar niet meer in zitten, gaf Alonso vorige maand toe, maar volgend jaar wil hij winnen. Naar eigen zeggen is hij nog net zo snel, zo niet sneller, dan een paar jaar geleden.

Wil Alonso’s droom werkelijkheid worden, dan zal de winst voornamelijk uit de Honda-krachtbron moeten komen. Het ding mag dan inmiddels betrouwbaar zijn, qua vermogen is er nog genoeg ruimte voor verbetering. Daar wil Honda de rest van het jaar hard aan gaan werken. Kopstuk Yusuke Hasegawa zegt alle tokens voor motorontwikkeling die Honda nog heeft, in te gaan zetten.

Of dat McLaren dit jaar al ver naar voren zal lanceren op de grid, valt te bezien. Echte stappen zal Honda vermoedelijk pas kunnen zetten wanneer na dit seizoen het tokensysteem wordt afgeschaft.

Soap
Naast motorverbetering krijgt de tweede seizoenshelft voor McLaren nog een ander thema: de traditionele soap rond de positie van Jenson Button. Mag hij blijven of moet hij gaan?

De afgelopen twee jaar verkoos McLaren de Brit boven achtereenvolgens Kevin Magnussen en Vandoorne, maar de kans is groot dat hij dit keer minder fortuinlijk zal zijn. Zeker na Bahrein, waar Vandoorne sneller was dan Button. Als McLaren hem aan de kant zet, hoeft Button nog niet per se met pensioen, want Williams is zeer in hem geïnteresseerd.

Met mogelijkerwijs vers coureursbloed en extra motorvermogen mag 2017 dan een interessant vooruitzicht bieden voor McLaren, het huidige jaar blijft belangrijk. “We mogen 2016 nog niet vergeten”, zei Alonso in juni. “We kunnen hoger eindigen in het constructeurskampioenschap. We willen nog veel punten scoren dit jaar.”

Wil je weten wat voormalig Formule 1-coureur en Ziggo Sport-analist Robert Doornbos vindt van de eerste seizoenshelft van Alonso en Button? Bestel dan nu Formule 1 nummer 12, waarin Doornbos rapportcijfers uitdeelt en vertelt wie volgens hem tot nu toe de beste coureur van 2016 was.