Metamorfoses, daar draait het bestaan van McLaren F1 om. Het team wordt in 1963 geboren als geesteskind van Bruce McLaren, de legendarische Nieuw-Zeelandse coureur wiens achternaam het nog altijd draagt.

Hoewel McLaren, Bruce dus, zelf al Formule 1 rijdt, begint het avontuur met zijn eigen team in de sportscars. Pas in 1966 maakt McLaren haar Formule 1-debuut, maar het doet dat wel gelijk tijdens het koningsnummer van de koningsklasse: in Monaco. Hij haalt het einde van de race niet, maar al het begin is sowieso moeilijk. Samen met partner Teddy Mayer legt Bruce McLaren dan wel de basis voor het team in het Britse Feltham.

Vroege rampspoed treft McLaren

McLaren ontwikkelt zich de jaren erop gestaag. In 1968 wint Bruce zelf de eerste race voor het team, in België. Samen met landgenoot Denny Hulme veroveren ze zelfs de tweede plek in het constructeurskampioenschap. De eerste rijders- én constructeurstitel volgen in 1974, met Emerson Fittipaldi, maar Bruce McLaren maakt dat al niet meer mee. Hij is in 1970 op pas 32-jarige leeftijd overleden bij een crash tijdens een test met een McLaren sportscar. De tweede titel volgt in 1976 met James Hunt, na een strijd met Niki Lauda en Ferrari die een Hollywoodfilm waard is. Dit heeft het ook opgeleverd, met het veelgeprezen Rush.

Hunt (McLaren) leidt voor Lauda (Ferrari) tijdens de Britse GP van 1976 (Motorsport Images)

Ron Dennis

Als hoofdprijzen er de jaren erop niet inzitten, ondergaat McLaren een gedaanteverwisseling. Ron Dennis heeft zich van monteur tot eigenaar van Formule 2-team en constructeur Project Four opgewerkt. In 1980 gaat hij een samenwerking met Teddy Mayer aan, waarna er in 1981 een fusie volgt. Dennis is een perfectionist: alle bureau’s moeten opgeruimd zijn en in elk overhemd hoort een vouw. Zelfs het grind op zijn oprit wordt naar verluidt gewassen. Maar zijn hang naar perfectie loont. Zeker aangezien Dennis ontwerpgoeroe John Barnard meeneemt naar de nieuwe fabriek in Woking. Hier zullen de succesmachines al snel van de band rollen.

Een onderlinge strijd tussen McLaren-coureurs Niki Lauda en Alain Prost levert eerstgenoemde in 1984 met een half punt verschil de titel op. Een jaar later zijn de rollen omgedraaid en Prost gaat in ’86 ook op herhaling. De Fransman waant zich dé man binnen McLaren, tot Dennis voor 1988 het Braziliaanse supertalent Ayrton Senna vastlegt. Het duurt niet lang voor de coureur uit São Paulo zich tot de favoriet van motorfabrikant Honda ontwikkelt – en het nieuwe lievelingetje van Dennis.

Bittere strijd

In zijn eerste McLaren-jaar verslaat Senna Prost na een bittere strijd. De MP4/4 van 1988 ontpopt zich ondertussen tot één van de Formule 1’s meest iconische wagens. Goed voor vijftien overwinningen in zestien races, en is natuurlijk ook in het iconische rood-wit van Marlboro getooid. Een jaar later zijn de rollen omgedraaid. Als Prost in 1990 de wijk naar Ferrari neemt, staan Senna en hij elkaar alsnog naar het leven. De ontknoping is net als in 1989 controversieel. Senna beukt Prost bij de start van de finale op Suzuka bewust uit de race. Zijn tot tegeltjeswijsheid verworden excuus? ‘Als je niet voor een gat gaat, ben je geen coureur meer’.

Prost en Senna na hun beroemde botsing op Suzuka in 1990. Het jaar ervoor ging het ook al mis tussen de twee tijdens de finalerace op de Japanse omloop.

Mercedes-grijs

Hoewel Senna en McLaren ook het jaar erop zegevieren, is een dalende trend ingezet. Williams, met Renault, produceert betere auto’s, staat als team technisch op een ander niveau. Als Honda vertrekt, volgen voor McLaren barre en zelfs een aantal zegeloze jaren, tot het in 1995 een deal sluit met Mercedes. Het is het begin van een nieuwe transformatie, met McLaren en Mercedes die steeds nauwer samenwerken, inclusief een steeds meer corporate identiteit en bijpassend zilvergrijze auto’s. Voor nieuw sportief succes is het echter wachten op de komst van Adrian Newey, van Williams, die McLarens titelwinnende wagens voor 1998 en 1999 tekent.

Qua hoofdprijzen blijven de Mercedes-jaren daar lang toe beperkt. De komst van Fernando Alonso en nieuwkomer Lewis Hamilton moet zodoende in 2007 voor nieuw elan zorgen. Het loopt uit op een ramp. Alonso en Hamilton vechten elkaar de tent uit en McLaren raakt verwikkeld in een spionageschandaal (Spygate) omtrent gestolen data van Ferrari. Plus het ziet de nota bene naar de Scuderia overgestapte Kimi Räikkönen in de laatste race met één punt voorsprong op Hamilton en Alonso de titel pakken. Hamilton revancheert zich het jaar erop wel met zijn eerste kroon.

Papaya-brigade

Als Mercedes in 2010 besluit een eigen team te beginnen, volgen een aantal net-niet seizoenen voor McLaren. Tussen 2015 en 2017 gaat het een nieuwe relatie aan met oude liefde Honda, maar dat mislukt volledig – net als een hernieuwde samenwerking met Alonso. Een paleisrevolutie later wordt Dennis – die in de tussentijd ook druk is geweest met McLarens sportauto-tak – in 2016 de deur uitgewerkt. Zak Brown en teambaas Andreas Seidl waren de nieuwe speerpunten. Met een Mercedes-klantenmotor achterin, een nieuwe windtunnel in aanbouw en een fris, jong gezicht in Lando Norris als coureur, moesten zij van deze laatste metamorfose een succes maken. Echter, in december 2022 werd bekend dat Seidl vertrekt bij McLaren en naar Sauber gaat, dat later zal worden overgenomen door Audi. Bij McLaren wordt Seidl als teambaas opgevolgd door de Italiaanse engineer Andrea Stella. Hem wacht een grote uitdaging om de hoge ambities bij McLaren gestalte te geven.

2023 start zeer moeizaam voor het team, maar langzaam maar zeker begint het tij te keren in het zestigste bestaansjaar van McLaren. Wat heet, vanaf de Grand Prix van Groot-Brittannië begint de oranje papaya-brigade zelfs te strijden om podiumplekken. Ook debutant Oscar Piastri krijgt vleugels en laat zien uit het juiste racehout gesneden te zijn. Is hij het nieuwe supertalent waar McLaren zo vurig op hoopte toen hij werd weggekaapt bij Alpine?

McLaren

Teambaas Andrea Stella
Technisch directeur Peter Podromou
Testcoureur 2024 Pato O’Ward
Alex Palou
Ryo Hirakawa
Vestigingsplaats Woking
GP-debuut GP Monaco 1966
Coureurstitels 12 (1974, 1976, 1984, 1985,
 1986, 1988, 1989, 1990,
1991, 1998, 1999, 2008)
Constructeurstitels 8 (1974, 1984, 1985, 1988,
1989, 1990, 1991, 1998)
Eindstand WK 2023 4
Coureurs
Lando Norris #4
Nationaliteit Brits
Geboortedatum 13-11-1999
GP-debuut Australië 2019
Wereldtitels
Eindstand WK 2023 6
Oscar Piastri #81
Nationaliteit Australisch
Geboortedatum 6-4-2001
GP-debuut Bahrein 2023
Wereldtitels
Eindstand WK 2023 9

Mika Häkkinen viert in 1999 in Japan het winnen van zijn tweede titel op rij met McLaren en Mercedes (Motorsport Images)

Oscar Piastri finisht als tweede in sprintrace GP België:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."